Reiszoeker

Reizen naar Sri Lanka

Religie Sri Lanka

Boeddhisme: Het overgrote deel van de Singhalezen, die driekwart van de bevolking uitmaken, is boeddhist. Dit betekent dat ze aanhangers zijn van de leer van Siddhartha Gautama, een prins die zo'n 2500 jaar geleden in Noord-India een levensleer verkondigde, die in feite bedoeld was om het verstarde hindoeïsme van die tijd te hervormen. Hij bereikte in zijn leven de verlichting en ging de geschiedenis in als de Boeddha. Zijn levensleer zegt al dat het wel of niet bestaan van een god of goden feitelijk van ondergeschikt belang is voor de boeddhisten. In navolging van het hindoeïsme beweert Boeddha dat alles wat bestaat een eeuwige opeenvolging van ontstaan en vergaan is, waaraan in principe niets kan ontsnappen: niet de goden, niet het universum, niet de mensen. Het is hem, Boeddha, echter wel gelukt om uit dit eeuwige rad van wedergeboorten los te komen. Zijn leer is een ontsnappingsmethode naar het nirvana, een staat van tijdloze rust en eenheid met alles.

De eerste grote boeddhistische waarheid is dat alle leven lijden is. Dit lijden is het gevolg van onze begeerten. Door het opheffen van die begeerten kan men een einde maken aan het lijden. De laatste grote waarheid verwijst dan naar de manier om die verlangens op te heffen, namelijk door het bewandelen van de juiste weg. Die juiste weg bestaat uit een systeem van denken en handelen dat ervoor zorgt dat het karma van degene die hem bewandelt, verbetert. Karma is een soort optelsom van alle goede en slechte gedachten en handelingen uit dit en vorige levens; een verantwoording voor het geleefde leven. Naarmate het karma verbetert door het bewandelen van de juiste weg, reïncarneert men in reinere vormen. Tenslotte bereikt men het stadium van bodhisattva, waarin men niets anders meer verlangt dan het geluk van alle anderen. Vervolgens lost men op in het nirvana, de staat van verlichting waarin men beseft dat alles wat bestaat illusie is en slechts een luchtspiegeling van een ondeelbare eenheid die in zichzelf rust.

Hindoeïsme: Het hindoeïsme is de godsdienst van de Tamils en daarmee na het boeddhisme de belangrijkste religie van Sri Lanka. Weliswaar is er een concentratie van hindoes in het noorden en oosten van het land, maar overal verspreid vindt men heiligdommen die gewijd zijn aan een van de vele goden die het hindoeïsme rijk is. Evenals het boeddhisme is het hindoeïsme ontstaan in India en is het pas later overgewaaid naar Sri Lanka.

Het pantheon van hindoegoden is bepaald indrukwekkend. Enerzijds is er sprake van één god, Brahma, een soort wereldziel buiten tijd en ruimte van waaruit alles ontstaat en waarin alles weer terugkeert. Maar die god heeft ontelbaar veel aspecten, die als individuele goden in het hindoeïsme opduiken. Brahma manifesteert zich in de wereld in de vorm van een drie-eenheid die bestaat uit Brahma, de schepper, Vishnoe, de bestendiger die vaak met een blauwe huid wordt afgebeeld en Shiva, de vernietiger. Deze drie goden, die het mannelijke element vertegenwoordigen, hebben vervolgens een vrouwelijke helft, achtereenvolgens Sarasvati, Lakshmi en Shakti. Ieder van deze zes goden en godinnen heeft vervolgens weer verscheidene verschijningsvormen, die elk onder een andere naam bestaan. Zo is Shakti, of Moeder Aarde ook Parvati, de dansende godin van de vruchtbaarheid, maar ook Kali, de duistere godin die mensenoffers vraagt en Durga, de verschrikkelijke. Elk van deze manifestaties heeft een rijdier, dat opnieuw een god is. Zo berijdt Durga een tijger, terwijl ze in haar tien handen allerlei wapens voert. Vishnoes rijdier is de Garuda, een mythologische vogel. De goden hebben kinderen. Zo zijn Shiva en Parvati gezegend met Ganesha, de god van de wijsheid met een olifantskop en een van de populairste goden van de Sri Lankanen, zowel van hindoes als van boeddhisten. De dikhuid onder de goden berijdt een rat. Maar de belangrijkste hindoegod op Sri Lanka is hun tweede zoon, Skanda, de oorlogsgod die in zijn vrije tijd de allerdaagse problemen en ziektes van de eilandbewoners bestrijdt en daardoor zeer vereerd wordt. Zijn belangrijkste tempel staat in Kataragama. De boeddhisten en islamieten vereren deze god ook.

Dagelijkse kleine offerandes en gebeden aan de goden brengen, is een verplicht ritueel, dat puja wordt genoemd. Ook het aanbrengen van de tikka, de meestal rode stip tussen de ogen is zo'n ritueel. Dit derde oog is bedoeld om bij voortduring ook de blik te richten op de goddelijke wereld, de wereld achter onze werkelijkheid, die niet meer is dan een verwarrende afspiegeling van de hogere werelden. De belangrijkste puja's die dagelijks in de tempels worden gehouden, vinden plaats bij zonsopgang en zonsondergang. Onder het geroffel van trommels, het rinkelen van belletjes, het geluid van blaasinstrumenten en het reciteren van de veda's wordt er een offer gebracht dat de vier elementen, lucht, aarde, water en licht vertegenwoordigt. Bij volle maan zijn de boeddhistische tempels het drukst bezocht en bij nieuwe maan die van de hindoes.